Friday, December 28, 2018

Een nieuwe dag, een nieuwe lijn: 30 gastresidenten op het Lijsternest: 3. Marc Reugebrink


NATURE / NURTURE
Het Lijsternest is het integraal bewaarde, beschermde woonhuis van schrijver Stijn Streuvels. Toen ik in 2014 beheerder werd is de grote schuur omgebouwd tot gerieflijk appartement waar literaire auteurs konden wonen en werken. Onder mijn coördinatie werden dertig gastresidenties georganiseerd. Een nieuwe dag, een nieuwe lijn. Hoog tijd om enkele herinneringen op te halen.
Toen ik in juni 2014 voor het eerst samenzat met de werkgroep voor de selectie van gastresidenten bleek Marc Reugebrink, één van de weinige kandidaten die ikzelf niet kende, een onbetwiste zekere zaak. Niet noodzakelijk konden kandidatenselecteurs boeken of bekommernissen noemen die deze gastresident zo geschikt maakten, maar zijn naam was als het ware omzwermd door klinkende kennissen, van de directeur van Passa Porta tot mijn ex-docent Stefan Hertmans.

Ik maakte me vooral zorgen over de wens om een strak werkschema in absolute afzondering en stilte te kunnen genieten. Er waren immers werkzaamheden op en rond het Lijsternest gepland tijdens zijn verblijf. Ik trachtte die dan maar tot een absoluut minimum te beperken binnen die periode en besloot me intensief in te lezen.
Géén van mijn residenten was tijdens zijn verblijf zó onzichtbaar als Marc Reugebrink. De weinige keren dat ik hem te zien kreeg, leek er geen krimp emotie te detecteren: geen positieve, maar evenmin negatieve. Ik herinner me dat ik de woensdag na een weekend erg ongerust begon te worden toen ik al die tijd geen greintje beweging, geen licht, geen simpel teken van leven, leek te bemerken in die residentie die al meer dan vijf dagen onbewogen leek gebleven.
Stel je voor dat er iets gebeurd was en ik de auteur dood in een donker hoekje terug zou vinden bij aankomst van de volgende resident? De horror: de directeur van Passa porta en mijn ex-docent furieus, bijgevolg MIJN directeur furieus … en uiteindelijk best erg voor Reugebrink ook, natuurlijk. Dus wandelde ik met een flutexcuus richting het residentieverblijf, turend door de raampjes langs de voorkant, waarachter alles geruisloos en onbewogen bleef en klopte lange tijd aan op de voordeur aan de achterzijde van het gebouw. Geen teken van leven!
… Toen ik echter terugwandelde naar het museum, zag ik dat de gordijntjes dichtgetrokken waren. Oef! Gerustgesteld liet ik de gastresident gerust, die op zijn laatste dag beleefd en gereserveerd vertrok.
Groot mijn verwondering telkens ik Reugebrink de volgende weken en maanden op straat tegenkwam. Vrolijk werd van ver gezwaaid en steeds was er tijd voor een joviale babbel. Geen hartelijker man denkbaar, met oprechte intense emoties in stem en gelaat.

Uitgenodigd, ben ik in 2016 daarom zonder zorgen naar de Gentse Minardschouwburg afgezakt voor de voorstelling van de roman ‘Het huis van de zalmen’, uitgegeven bij Querido Amsterdam. Daar herinner ik me veel hilariteit omdat moderator Ruth Joos naar de modder viste. Had Reugebrink warempel geprobeerd een hedendaagse streekroman te schrijven? Op mijn toeschouwerszitje in het publiek, overdacht ik de immense impact die de omgeving moet hebben op het creatieproces. Zou een schrijver – ongeacht de kracht van de eigen fantasie – eenzelfde boek schrijven terwijl deze op een broeierig strand ligt in Barcelona, dan ingeduffeld starend op een braakliggende akker van de Vlaamse boerenbuiten. Het antwoord is simpel: sluit thuis je gordijnen en lees het virtuoos gecomponeerde ‘Het huis van de zalmen’ van Marc Reugebrink. 

En daarna de rest! 

No comments:

Post a Comment